Schematherapie
Schematherapie komt voort uit de cognitieve gedragstherapie (CGT) en wordt steeds meer toegepast. Deze therapie is speciaal ontwikkeld voor mensen die onvoldoende baat hebben bij de klassieke cognitieve gedragstherapie. Deze mensen hebben vaak meerdere soorten symptomen, en problemen binnen relaties die sterk wisselend of heel hardnekkig kunnen zijn.
Vergeleken met CGT heeft schematherapie een sterkere focus op de volgende drie onderwerpen:
1. Problematische emoties van de persoon staan op de voorgrond, naast de cognitieve en gedragsaspecten van de
problemen en symptomen.
2. Er ligt meer nadruk op de levensloop (biografische aspecten) in de therapie dan in de standaard CGT.
3. De therapeutische relatie speelt in de schematherapie een belangrijke rol.
Schematherapie voor persoonlijkheidsproblematiek
Schematherapie is ontworpen voor mensen met diverse, al lange tijd bestaande emotionele problemen, waarbij ervan uit wordt gegaan dat de ontwikkeling hiervan in de kindertijd en adolescentie heeft plaatsgevonden. Langdurige emotionele problemen ontstaan omdat tijdens het ontwikkelingsproces niet voldaan is aan de belangrijkste basisbehoefte van ieder kind:
1. gevoel van veiligheid;
2. voorspelbaarheid;
3. liefde, verzorging en aandacht;
4. acceptatie en waardering;
5. empathie;
6. begeleiding en bescherming;
7. erkenning van emoties en behoeften.
Wanneer aan deze basisbehoeften niet wordt voldaan, ontstaan al vroeg maladaptieve schema's (gedrag dat niet past bij het ontwikkelingsniveau en de leeftijd). Een schema (ook wel valkuil genoemd) is een breed en hardnekkig thema of patroon dat opgebouwd is uit herinneringen, lichamelijke gewaarwordingen, emoties en gedachten ten aanzien van jezelf en de relatie met anderen. Kortom, schema's bepalen hoe je kijkt naar jezelf, naar anderen en naar de wereld om je heen. Voor de manier waarop je naar jezelf kijkt en naar anderen om je heen is de kiem gelegd in je kindertijd, en die kijk is verder gegroeid door wat je daarna hebt meegemaakt.
Schema's en modi
Iedereen heeft opvattingen over zichzelf, anderen en de wereld om hem heen. De mate waarin schema's mensen hinderen in hun dagelijks leven en soms hun functioneren lijken te bepalen, wisselt per persoon. Sommige mensen hebben zoveel last van hun schema's, dat ze vastlopen of vast dreigen te lopen in hun leven. Enkele voorbeelden van schema's zijn: emotionele verwaarlozing, wantrouwen en/of misbruik, zelfopoffering en meedogenloze normen/overmatig kritisch zijn. Er bestaan minimaal 19 schema's.
De 'triggering' van een schema en de manier waarop iemand reageert, leidt tot een gemoedstoestand die 'modus' genoemd wordt. Men denkt dat er minimaal 20 modi bestaan. Voorbeelden van modi zijn: kwetsbare kind, woedende kind, onthechte zelfsusser en veeleisende ouder. Een modus is de voornaamste toestand van een lichamelijke beleving, emoties (bijvoorbeeld: angstig, boos, verdrietig), herinneringen en gedachten waarin iemand verkeert nadat een of meer schema's getriggerd zijn.
Doel
Mensen te helpen hun persoonlijke schema's op te sporen en ze leren inzien hoe deze in stand gehouden worden. Met het verkregen inzicht ga je leren de schema's uit te dagen. Leren om irreƫle gedachten in twijfel te trekken en te oefenen met nieuw gedrag. Je leert stap voor stap oude gewoonten waarvan je meer last dan gemak hebt, te vervangen door meer adequate gewoonten.